Wat kun je doen als jouw kind liegt?
Liegen, jokken, de waarheid verdraaien, een leugentje om bestwil. Je herkent dit vast wel, want iedereen doet dit weleens. Zowel kinderen als volwassenen. Over het algemeen vinden we dat je niet hoort te liegen. Wat kun je doen als jouw kind een beroepsleugenaar lijkt.
Alle kinderen maken een fase door waarin ze vaker liegen. Liegen hoort zelfs bij een gezonde ontwikkeling! Als je kind echter vaak liegt en daarmee zijn sociale relaties in gevaar brengt, is het nodig hier als ouder actie in te ondernemen.
Tip 1: kijk eens naar de straffen, die je geeft
Vaak liegen kinderen om straf te ontkomen. Als jouw kind regelmatig liegt over dingen die het wel of niet heeft gedaan, kan het goed zijn om eens (met je partner) na te gaan of jullie kind mogelijk wat streng gestraft wordt. Of misschien dat een van jullie nogal eens uit z’n slof kan schieten? Zo’n boze reactie van jou, is voor het kind ook op een bepaalde manier een ‘straf’, die het door te liegen hoopt te voorkomen. Probeer eens een hele tijd rustig te reageren als je kind een fout maakt. Als je kind bijvoorbeeld iets doet wat niet mag of iets kapot maakt, geef je aan dat dit niet de bedoeling is en kijk samen hoe jullie het gaan oplossen.
Tip 2: Benadruk het belang van eerlijkheid.
Het is goed om naar je kind toe van kleins af aan te benoemen dat jij eerlijkheid belangrijker vindt dan hetgeen dat je kind wel of niet heeft gedaan. Leg je kind daarbij uit dat wanneer het steeds liegt, het op een bepaald moment niet meer geloofd wordt. Ook wanneer het dan wel de waarheid spreekt. Geef je kind het vertrouwen dat het geen straf zal krijgen als het eerlijk vertelt wat er gebeurd is of wat het gedaan heeft. Spreek op die momenten zelfs je waardering uit voor het feit dat je kind eerlijk is. Ondanks de boosheid over wat het gedaan heeft.
Tip 3: Let op de momenten, dat je kind wel eerlijk is.
Als je je zorgen maakt over het lieggedrag van je kind, is de kans groot dat je met een vergrootglas naar dit gedrag kijkt. Daardoor zie je de momenten waarop je kind wel eerlijk is misschien over het hoofd. Dat is jammer! Want juist door de momenten te vergroten waarin je kind wel eerlijk is, kun je het negatieve patroon van je kind doorbreken. Geef je kind een dik compliment en vraag hoe het gelukt is om eerlijk te zijn in deze situatie. Daarmee versterk je het vertrouwen van je kind dat het je niet zal teleurstellen.
Tip 4 Ga op zoek naar het gedrag achter het liegen.
Je kind liegt niet zomaar en heeft daar vast een reden voor. Het kan jou en je kind helpen om daar meer inzicht in te krijgen. Vraag je kind bijvoorbeeld: ‘Hoe kwam het dat je wat anders zei?’ en ‘Waar was je bang voor dat zou gebeuren als je het wel zou zeggen?’ Daarmee krijgen jullie allebei meer inzicht in het gedrag en kun je kijken naar wat er nodig is om het een volgende keer anders te doen.
Tip 5: Help je kind om liegen te voorkomen
Je kunt je kind helpen om minder te liegen door je kind niet in de verleiding te brengen een leugen te vertellen. Heb je gezien dat je kind iets deed wat niet mag, is het beter om dit gewoon te benoemen en aan te geven dat dit niet oké is, dan je kind ernaar te vragen. En ontdek ook de leugenaar in jezelf. Een leugentje om bestwil kan – zeker door jonge kinderen – verkeerd begrepen worden. Ook het niet nakomen van een belofte, kan door een kind opgevat worden als een leugen. Als je je kind bijvoorbeeld belooft ’s middags iets te gaan doen samen en door de omstandigheden lukt dat toch niet, dan is het goed om dit aan je kind uit te leggen.
Tip 6 Breng je kind niet in verlegenheid
Wanneer je kind nogal eens graag overdrijft in zijn verhalen of ‘een rijke fantasie heeft’, kan het verleidelijk zijn om je kind te corrigeren terwijl het net zo enthousiast zijn of haar verhaal vertelt. Laat het maar gewoon vertellen dat het 10 goals maakte in de laatste voetbalwedstrijd. Vaak geniet de volwassen luisteraar vooral van het enthousiasme waarmee je kind vertelt en weet hij/zij ook wel dat het verhaal met een korreltje zout genomen moet worden. Wanneer je op dat moment ingrijpt, is dat ongemakkelijk voor je kind, maar ook voor de volwassenen. Jouw kind kan zich afgewezen voelen. Pak het moment liever later nog een keertje terug wanneer je rustig alleen bent met je kind. Leg je kind uit dat zeker leeftijdsgenootjes negatief of afwijzend kunnen reageren wanneer je vaak overdrijft of fantasieverhalen vertelt.